Nieuwsbrief van de classis Fryslân
Nummer 4
Minsken fan ‘e wei
‘God heeft ons lichaam zo samengesteld
dat de delen die het nodig hebben
ook zorgvuldiger behandeld worden,
zodat het lichaam niet zijn samenhang verliest,
maar alle delen elkaar
met dezelfde zorg omringen.’
(I Korintiërs 12:24-25, NBV21)
Vanzelfsprekend samenwerken
In de driekwart jaar dat ik nu als classispredikant door de provincie toer, is me opgevallen dat heel veel gemeentes graag samen willen werken meta ndere gemeentes. Getuige de tekst van Paulus hierboven zit dat eenvoudig in ons DNA. Hij schrijft deze woorden aan de gemeente in Korinthe en meestal worden ze betrokken op de zorg van gemeenteleden voor elkaar: juist zij die even wat zwakker staan krijgen daar doorgaans extra aandacht. Maar ditzelfde principe gaat ook op voor verschillende gemeentes binnen de kerk: een gemeente die sterk staat laat het niet gebeuren dat een buurgemeente omvalt. Dat is
niet meer dan logisch.
En toch…
Tegelijkertijd zie ik ook dat sommige kerkenraden er wat tegenaan hikken. De zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente zit namelijk net zo goed in ons DNA als de onderlinge zorg. Want juist in de plaatselijke gemeente kan het geloof een gezicht krijgen. Je kent elkaar, je leeft mee met elkaar, je gaat het geloofsgesprek aan met elkaar en op zondag vier je met elkaar. In het dorp geef je met elkaar handen en voeten aan het geloof door diaconaal aanwezig te zijn en door contacten aan te knopen met muziekvereniging, school, dorpsbelang en wat al niet meer. Daar ben je kerk! En gaat dat niet verloren als je opgaat in een groter geheel? Ik snap die zorg wel, en daarom wil ik in deze Nieuwsbrief graag wat voorbeelden langslopen waarbij samenwerking niet ten koste van de plaatselijke roeping gaat.